Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

De regeling is op 1 April 2021 ingegegaan en heeft als doel om de lokale investeringen in duurzame energie te stimuleren. Het is geen belasting teruggave meer, maar een subsidie regeling geworden met een maximum van een klein verbruiker (10.000kWh op jaarbasis).
De subsidie stroom verloopt ook anders dan de bij de huidige regeling. Namelijk niet via de energiemaatschappij als belasting teruggave, maar via de coöperaties (of VVE's).

De wet beslaat diverse vormen van duurzame energie opwekking, maar wij richten ons op zonne-energie. In deze wet is het maximum van zonne-energieprojecten 300 kW piek opgesteld vermogen.

Er zijn een paar verschillen met zijn voorloper, de Postcoderoosregeling

1) Leden van de energiecoöperatie (of VVE) zijn particulieren of ondernemingen met een kleinverbruikersaansluiting en zij dienen alleen bij start van het project te wonen in het postcoderoosgebied van productie installatie. Bij verhuizing tijdens de looptijd van de subsidie verandert er hierdoor niets voor leden van de energiecoöperaties.
Dit is een versoepeling, verbetering ten opzichte van de oude postcoderoosregeling. Als je verhuist naar een locatie buiten de postcoderoos mag je jouw energie-aandelen meenemen. Verder zijn aandelen alleen overdraagbaar aan personen die binnen de postcoderoosregeling wonen. Ook in deze regeling verloopt de verkoop altijd via de energiecoöperatie.

2) De subsidie wordt uitbetaald aan de energiecoöperatie. Het is vervolgens aan de energiecoöperatie om de opbrengsten te verdelen onder de leden.
Dit is een verbetering ten opzichte van de oude regeling, omdat we niet meer gedurende 15 jaar afhankelijk zijn van energie maatschappijen.

3) Bepaling subsidie bedrag.
De energiecoöperaties ontvangen gedurende een periode van 15 jaar subsidie per geproduceerde kWh. Elk jaar wordt het kWh referentie bedrag, het tarief. Bij start van de 15 jaar geldende periode wordt het tarief vastgezet. Dit tarief geldt dan voor 15 jaar.
Het Planbureau voor de Leefomgeving PBL adviseert jaarlijks over de hoogte van het tarief, op basis van de reële kosten van een PCR-project en een beoogd terugverdientijd op de investering. Ook bepaalt zij de jaarlijkse marktprijs van de opgewekte duurzame energie. Het verschil wordt uitgekeerd als subsidie.
Omdat het om relatief kleine projecten gaat, die vaak duurder zijn om te realiseren en te beheren dan gewone projecten, is er een extra toeslag ten opzichte van de overige SDE+ projecten. Verder maakt plan bureau onderscheid tussen grote en kleinere projecten.
Deze vaste tarief garantie werkt anders dan de belasting teruggave in de oude regeling op basis van eigen gebruikte energie. De energiebelasting en daarmee de belastingteruggave zou geleidelijk lager worden volgens het kabinet, maar hangt ook af van de toekomstige regeringen.

4) Het uitbetaalde subsidiebedrag beweegt mee met de marktwaarde van de geproduceerde energie in dat jaar. Dus toegekende tarief minus de marktwaarde vormt het uitgekeerde subsidie bedrag, met een gegarandeerd minimum.
Aangezien de belastingteruggave uit de eerdere regeling hoger is dan de subsidie uitkering, gaan we meer kWh toewijzen aan een energie-aandeel. Omdat de overheid ook een verschil in tarief maakt per type installatie, zal de hoeveelheid kWh per energie-aandeel project specifiek zijn.

Elk jaar heeft zo zijn eigen vastgestelde, gegarandeerde bedragen die gelden voor 15 jaar. Maar de marktwaarde wordt jaarlijks vast gesteld. De marktwaarde kan ook hoger liggen dan het gegarandeerde bedrag. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in 2022. In dat geval heb je als project, voor dat jaar geen recht meer op subsidie. De inkomsten uit de energie-verkoop zijn daarintegen ook hoger, wat elkaar positief zou moeten compenseren.

5) Subsidie afhankelijk van project grote
Planbureau en regering heeft onderscheid gemaakt in de grote van het project. Een project die wordt aangsloten op een grootverbruik-aansluiting, kun je in de regeling maximaal opschalen tot 500 Kw piek. Hier geldt een lagere tarief en daardoor lagere subsidie voor dan voor een aansluiting op een kleinverbruik- aansluiting (max 3* 80 Ampere). Sinds 2024 is er een categorie toegevoegd voor nog grotere installaties, met ook lagere garantie-tariefen. Dit betreft installaties met opgesteld vermogens tussen de 500kW and 6MW. Deze grote zonnevelden kunnen gebouwgebonden, grondgebonden of drijvend op water zijn.
Het vastgestelde tarief voor de grotere projecten in 2021/2022 was voor ons nog te laag om financieel rondkrijgen te krijgen. Dit zijn projecten die qua grote vergelijkbaar zijn met Harry Wubben Flowers 1. Met het vastgestelde tarief 2022 voor de kleinere projecten konden we nog net wel een goede businesscase maken. Dit omdat we nog veel zaken zelf doen, als vrijwillegers. Het vastgestelde tarief voor het jaar 2023 was weer verhoogd en vergelijkbaar met 2021. Voor de wat grotere installaties, tot 150 kWp aansluiting was het tarief zelfs iets beter dan in 2021. Wel is toen in de regeling opgenomen dat projecten op grootverbruikaansluiting op 50% van het piekvermogen van de zonnepanelen dienen te worden aangesloten. Dit om de benutting van het net te verbeteren. De teriefen voor 2024 zijn weer aanzienlijk verlaagd tenopzicht van 2023.

5) Coöperatieve gedachte
Elk lid van de coöperatie moet gelijke inspraak hebben en elk project dient minimaal 5 inschrijvers te hebben. Een lid mag in totaal tot voor 10.000 kWh investeren in lokale duurzame energie.
Om aan minimaal 5 inschrijvers per project te voldoen, gaan we bij openstellen van een project het maximale aantal energie-aandelen per inschrijving vastleggen. Echter leden kunnen wel inschreven op meerdere projecten.

Een paar goede ingangen om er meer over te lezen::
Hieropgewekt: Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking.
RVO subsidie en financieringswijzer SCE

En meer specifiek voor dit jaar:
Energie samen: Postcoderoos subsidie (SCE).